Steun en weerstand zijn belangrijke begrippen in het lezen van koersgrafieken. Ze vormen vaak de basis van gedetailleerde analyses. Men kan de begrippen als volgt omschrijven.
Als de koers daalt in een stijgende trend dan wordt de koers gesteund door de trendlijn. Deze steun behoedt de koers voor verdere dalingen. Als de koers stijgt in een dalende trend dan ondervindt de koers weerstand als die de dalende trendlijn nadert. De weerstand belet de koers verder te stijgen.
Behalve deze steun en weerstand van trendlijnen, zijn er in de koersgrafiek ook nog horizontale steun- en weerstandslijnen te trekken. De horizontale steun- en weerstandslijnen worden getrokken langs de toppen en de bodems in de koersgrafiek. De volgende twee figuren geven daar een voorbeeld van.
Deze horizontale steun- en weerstand zijn erg belangrijk. Elke nieuwe top of bodem in een trend moet gepasseerd worden om de trend te kunnen voortzetten.
In een stijgende trend moet de meest recente top in opwaartse richting gepasseerd worden en in een dalende trend moet de meest recente bodem in neerwaartse richting gepasseerd worden. Als de koers niet daartoe in staat is, is dit een eerste signaal dat de trend verzwakt. Verandert de koers bij een horizontale steun- of weerstandslijn weer van richting dan wordt er een zogenaamde dubbele bodem of dubbele top gevormd. De steun of weerstand is nu sterker geworden en het zal moeilijker worden om deze te passeren.
Behalve de meest recente top en bodem zijn ook de oudere toppen en bodems van belang. Een horizontale lijn langs een oude top of bodem, doorgetrokken naar het heden, kan een steun of een weerstand voor de koers vormen. Vaak ‘aarzelt’ de koers bij zo’n lijn, maar als de trend krachtig genoeg is zal die gepasseerd worden.