Het hoofd- en schouder patroon is een echt omkeerpatroon. Aan het einde van een stijgende trend kan men de gewone hoofd en schouder zien en aan het einde van een dalende trend de omgekeerde hoofd en schouder.
Bij dit patroon is het ‘hoofd’ de uiterste top of bodem in de koers en de schouders worden gevormd door een lagere top of een hogere bodem aan weerszijden van de uiterste top of bodem. De volgende twee figuren geven voorbeelden hiervan.
Neklijn
Een neklijn verbindt de dieptepunten aan weerszijden van de hoogste piek, of de toppen weerszijden van de laagste bodem. Het hoofd en schouder patroon is compleet als de koers de neklijn passeert aan de rechterkant van het patroon.
Volume
Het volume bij het hoofd en schouder patroon neemt in het algemeen af. Het volume bij de hoogste top of laagste bodem is vaak lager dan bij de eerste schouder. Bij de tweede schouder is het volume weer lager dan bij de hoogste top of laagste bodem. Het afnemende volume bevestigd dus de trend omkeer.