Onder patronen wordt verstaan een combinatie van trendlijnen die met een herkenbare vorm zijn aan te duiden. Patronen kunnen in twee groepen onderverdeeld worden: omkeerpatronen en continueringspatronen.
Omkeerpatroon
Een omkeerpatroon is een indicatie dat de huidige trend, stijgend of dalend, aan z’n einde is. Een stijgende trend kan draaien naar een dalende trend en of een dalende trend kan draaien naar een stijgende trend. Voorbeelden van omkeerpatronen zijn onder andere hoofd en schouder, omgekeerde hoofd en schouder, en dubbele toppen en bodems.
Continueringspatroon
Een continueringspatroon is een bevestiging van de huidige trend, die stijgend of dalend kan zijn. Continueringspatronen ontstaan vaak op momenten dat de koersen bijna horizontaal bewegen, alsof de trend even pauze lijkt te nemen. Continueringspatronen zijn onder andere vlaggen en wimpels.
Driehoeken
Een ander belangrijk patroon is de driehoek. Driehoeken kunnen een omkeerpatroon zijn of een continueringspatroon.
Belangrijk
Een belangrijk punt bij continuerings- of omkeerpatronen is dat er wel sprake moet zijn van een voorafgaande trend. Als er geen duidelijk stijgende of dalende trend zichtbaar is, heeft het ook geen zin om naar patronen te kijken.