Vlaggen en wimpels geven vaak een ‘pauze’ aan in een stijgende of dalende trend. Ze treden op als de koersbeweging groot is geweest of ver is doorgeschoten. Een wimpel is een klein, symmetrisch driehoekje in de koersgrafiek. Een vlag is een klein trendkanaal dat tegen de huidige trend in gaat. De volgende twee figuren geven voorbeelden van deze patronen.
Vlaggen en wimpels zijn betrouwbare continueringspatronen, de kans is groot dat de huidige trend doorzet. Ze worden ook wel halfmastpatronen genoemd. Die naam is ontstaan om het feit dat vlaggen en wimpels halverwege de trend optreden.
Wordt vervolgd.